Een verhaal in zes woorden

Hoe vat ik een verhaal samen in zes woorden?
Die vraag spookte door mijn hoofd sinds ik de aankondiging las voor de Six Word Story wedstrijd van Creatief Schrijven en Passa Porta.

Ik hou van lange verhalen, zonder beperking van woorden of karakters. Maar daar stond het wit op rood op de website: ‘zes woorden’. Niet meer, niet minder. Dat intrigeerde me. Ik besloot de uitdaging aan te gaan en mijn eigen Six Word Story te schrijven. Met de schrijftips in gedachten begon ik te broeden op een verhaal.


Het zou een verhaal worden, gekoppeld aan een herinnering. Dat wist ik zeker. Eentje met een spanningsboog ook.

Dat broeden had niet het gewenste effect. Maar twee dagen na mijn besluit om deel te nemen, stond ik tijdens een korte pauze naar buiten te staren, naar iets wat er niet meer was, en toen zag ik het plots voor mij, dat verhaal.

Mijn 'six word story' in beeld
Mijn inzending voor de Six Word Story wedstrijd in 2019.

Collectief geheugen

Aan mijn Six Word Story zijn geen al te beste herinneringen gekoppeld. De woorden getuigen van een hevige storm die voor heel wat vernieling zorgde in onze regio. Die niet alleen materiële maar ook emotionele schade berokkende. Die buurtbewoners de schrik van hun leven bezorgde door de immense, verwoestende kracht van wind en regen op alles wat eraan bloot stond.

Bijna 3 jaar geleden en toch liggen de herinneringen nog vers in het collectieve geheugen. “Dit nooit meer!” als we het voor het zeggen hadden.

De storm kwam ’s avonds opzetten en hield ons een groot stuk van de nacht in de ban.

Onze wereld werd die nacht herschapen. Er was de wereld voor de junistorm en de wereld erna.

In de ochtend kon de schade opgemeten worden en kon het puinruimen van start gaan.


Geveld

Alles kon hersteld of eenvoudig vervangen worden, maar niet de walnotenboom die de helft van onze achtertuin overspande met zijn kroon. Een boom van een boom, zomaar geveld.

En met hem vielen die nacht ook ontelbaar veel andere bomen in de regio. Kromgebogen populieren waren sinds stille getuigen van de kracht van de valwind die alles op zijn pad neersloeg.

De natuur heeft zich hersteld. Maar die boom van wiens schaduw we vele zomers genoten, kon niet hersteld worden. De boom wiens katjes en bladeren we elk jaar weer bijeen harkten en die ons een overvloed aan noten schonk. Die boom was het grootste verlies dat mijn echtgenoot en ik die nacht leden.

Terwijl ik dit schrijf, kijk ik af en toe naar buiten. Daar is de lucht blauw met hier en daar een witte wolkenflard. Bomen wuiven zacht in de lentebries. Geel en frisgroen voeren de boventoon. Een groot contrast met die herinneringen die donker en beladen zijn.

Tot slot nog dit: planten die jarenlang in de schaduw van de kruin leefden, kregen een tweede leven die zomer. Ze tierden welig nu hun grootste concurrent er niet meer was. Toch nog een happy ending.