Wat bepaalt of je ‘dicht bij’ of ‘dichtbij’ schrijft?

Eerder gaf ik je tips mee rond de schrijfwijze van windrichtingen en aardrijkskundige namen.

In dit artikel krijg je tips over de schrijfwijze van afstanden en locaties.

Woon je dicht bij of dichtbij?

Stel: Je bent op reis in het noorden van Nederland en de uitbater van de B&B waar je verblijft, vraagt je waar je woont.

Nu weet je uit ervaring dat mensen die niet vertrouwd zijn met je streek, geen idee hebben waar jouw gemeente zich situeert in België. Daarom beantwoord jij zulke vragen altijd met: “In Bilzen. Dat ligt dicht bij Maastricht.” Bij het woord ‘Maastricht’ zie je de ogen van de ander even oplichten als teken van herkenning.

Als je ‘dicht bij’ of ‘dichtbij’ uitspreekt, dan hoor je het verschil in intonatie amper.

In teksten is de juiste schrijfwijze belangrijk.

In “Dat ligt dicht bij Maastricht”, geeft ‘dicht bij’ een afstand aan.

Je kunt de zin ook omdraaien. “Maastricht ligt dichtbij.” Dichtbij geeft dan een locatie aan.

Ezelsbruggetje

“Dat ligt bij Maastricht.”

Kan je ‘dicht’ weglaten in de zin? Dan heb je te maken met een combinatie van een bijwoord en een voorzetsel, voor een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord.
Die combinatie schrijf je altijd los van elkaar: dicht bij.

“Maastricht ligt daar.”

Kan je ‘dichtbij’ vervangen door ‘hier’ of ‘daar’? Dan heb je te maken met één woord, een bijwoord van plaats.

Paddenstoelen waarvan je de details beter ziet als je dichterbij gaat.
Als je dichterbij gaat, zie je de details beter.

Andere voorbeelden

Ik volg les in de avondschool vlak bij het station.

We hebben alle winkels vlakbij. Daarom doen we onze boodschappen altijd te voet.

Midden in het park staat een oude kiosk.

Er heerst hier altijd chaos tijdens de feestdagen. Ook nu weer zitten we ermiddenin.

Aan wie bijziend is, toont de wereld zich scherper van dichtbij.

Kom gerust wat dichterbij. Dan zie je de details beter.

Vond je deze schrijftips waardevol?